woensdag 3 april 2013

The ‘extreme’ Gambia te land, ter zee en net niet in de lucht!

Liefste lezers!

Vrijdagmorgen stonden we vroeg op. Met ‘we’ bedoel ik onze buren Gert-Jan, Catherine en Shanna, het meisje dat in de City Council werkt. Anneleen was er deze keer jammer genoeg niet bij omdat haar mama zaterdag terug naar België vertrok en ze dit afscheid niet wou missen. Het beloofde opnieuw een druk weekend te worden. Met de rugzakken vertrokken we richting Wassu, de plaats waar er Stone Circles te bezichtigen zijn. Om Wassu te bereiken moesten we meer dan 300 km afleggen. Vooraf kregen we heel wat reacties op ons voornemen om naar Wassu te gaan. De huisbaas onder andere zei ons: “Very hot place, don’t forget your water, really deserted, you will dehydrate”. Benieuwd zoals we zijn sprongen we in het avontuur en wilden we dit verlaten stadje (dat erg landinwaarts gelegen is en daardoor zo warm is) met eigen ogen bezichtigen.

Voor de tweede maal namen we plaats in de boot naar Barra. We waren nog maar pas vertrokken en we hadden al pech onderweg. Catherine kreeg als souvenir een grote blauwe plek op haar binnenarm veroorzaakt door het plaatsnemen in de voor ons zeer onveilige boot! Daarenboven scheurde haar broek bij het verlaten van de boot. Gelukkig konden we het gat voor een appel en een ei snel laten dichten bij één van de zovele naaiateliers in Barra.

Snel zochten en kochten we een ontbijtje dat we gedurende de lange rit van 3 uur en een half zouden opeten. Vervolgens was het aan ons om een geschikte bushtaxi uit te zoeken die ons naar Wassu zou brengen. Gedurende de rit genoten we van het landschap rondom ons. We passeerden heel wat kleine dorpjes. Onmiddellijk merkten we op dat de grond hier werkelijk veel droger is dan in Banjul. De quotes van de dag tijdens de busrit waren: “Nu weten we ook eens hoe het voelt om als een pizza in een heteluchtoven te verblijven”en “Ik heb een zwembad in mijn broek”. Eens aangekomen voelden we ons erg loom, we hadden as het ware geen energie. Voor we vertrokken hadden we een gsm-nummer gekregen van iemand die in dit dorpje verblijft. We belden hem op en binnen de kortste keren stond hij daar. Samen met hem wandelden we naar de plaats waar we zouden overnachten. Twee kamers stonden voor ons ter beschikking en dat voor nog geen 2,50 euro per persoon per overnachting. Van goedkoop gesproken! De douche en de wc waren buiten … Nadien bezochten we de Stone Circles, wat het doel van onze uitstap was. Heel erg toeristisch is deze plaats niet, er komen wel veel schoolkinderen de stenen en het kleine nabijgelegen museumpje bezoeken. Volgens ons is er bij de Gambianen zelf nog heel veel onduidelijkheid over de stenen. Het zouden graven zijn, maar hoe de stenen er terecht gekomen zijn, hoe lang ze er al liggen... blijven vraagtekens. De gids die ons begeleidde, vertelde ons dat we een wens kunnen doen wanneer we een steen bovenop een grote steen (het zogezegde graf) plaatsten. Dat deden we dan ook. Omdat we zin hadden in een hapje en in dit verlaten dorpje geen goede eetgelegenheden waren, besloten we naar een nabijgelegen dorpje te trekken. Dit gebeurde niet met een taxi zoals we gewoon waren, maar wel met een kar getrokken door een paard.


Alle vier genoten we van dit avontuur. We voelden ons net in Azië toen we de weidse rijstvelden passeerden.


Uiteindelijk smulden we van een hapje bij zonsondergang. Tijdens de terugrit op de kar bewonderden we de melkweg en nog enkele sterrenbeelden die in België, vanwege de lichtvervuiling, moeilijk waar te nemen zijn. Dit maakte het plaatje voor ons compleet! Moe maar voldaan zochten we ons bed op.


De volgende morgen ging de wekker alweer vroeg af: een boottocht op de Gambiarivier stond op het programma. Ons doel was om naar Janjanbureh (het vroegere Georgetown) te varen. Janjanbureh ligt nog verder het binnenland in. Blij verrast waren we toen we hoorden dat de kans groot was dat we tijdens de boottocht onder andere nijlpaarden (in feite ‘gambiapaarden’) zouden kunnen zien. We hebben er een tijdje op moeten wachten, maar we hebben ze toch van ver kunnen bewonderen. Heel dicht met de boot mochten we niet komen, want de gids vertelde ons dat het gevaarlijke dieren zijn. Ook hebben we foto’s kunnen nemen van een chimpansee in de vrije natuur. Het was een interessante boottocht die ons na ongeveer 7 uur in Janjanbureh bracht. Eens aangekomen hadden we enkele mogelijkheden om te overnachten. Aangezien we nog niet in een hutje geslapen hadden en de prijs best meeviel, kozen we voor deze overnachtingsgelegenheid. Van de eigenaar van de overnachtingsplaats ‘Bird camp’ genaamd vanwege de vele soorten vogels, kregen we een korte rondleiding op dit eiland. We zagen onder andere een school en een kerkhof. De dag sloten we af met een deugddoende maaltijd.



Zondag was alweer de laatste dag van het weekend en dat betekende dat we terug naar Banjul moesten keren. Een busje bracht ons via Serrekunda, waar we een tussenstop maakten, terug naar huis. Serrekunda is bekend voor zijn grote markt. Deze drukke markt bezochten we al eerder met Seedy. De markt is 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7 dagen open. Het is een ideale plaats om souvenirs te kopen. We zijn heel wat winkeltjes gepasseerd waar men stof verkocht van waaruit mooie Afrikaanse kleren gemaakt worden. Misschien komt dat er nog van een der komende dagen. ..

Groetjes,

Jolien

Geen opmerkingen:

Een reactie posten