zondag 31 maart 2013

Dank u wel, Aalter!

Zoals reeds eerder vermeld (in vorige blogberichten) heeft de gemeente Aalter een subsidie toegekend voor ontwikkelingssamenwerking. Aalter heeft een bedrag van 500 euro vrijgemaakt om nieuwe materialen voor het ziekenhuis aan te kopen.

Met dit bedrag hebben we volgende materialen kunnen aankopen:
- 1 saturatiemeter
- 1 glycemiemeter (met bijhorende strips en lancetten)
- 1 mechanische personenweegschaal (zonder batterijen, zo kan deze langer gebruikt worden)
- 30 bednetten (aangekocht op de markt in Banjul om de lokale economie te steunen)



Bovenstaande materialen vonden hun weg op dinsdag 26 maart naar het Royal Victoria Teaching Hospital in Banjul op de dienst ‘Pediatric Care Unit 1 en 2’.

Jolien, Anneleen en Marleen overhandigden dit alles aan de hoofdverpleegkundige van de dienst pediatrie en aan de verpleegkundigen die op dat moment werkten.

Veel blije gezichten kwamen tevoorschijn! Vooral omdat alle materialen meer dan welkom waren en onmiddellijk konden gebruikt worden.

We kozen voor deze materialen omdat deze gedurende een langere periode kunnen gebruikt worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld handschoenen of spuitjes die slechts één keer gebruikt kunnen worden.

We zijn allen heel blij dat de gemeente Aalter heeft willen investeren (ruim 500 euro) in het grootste ziekenhuis van het land. Voor de Gambianen is dit een enorm bedrag; ze zijn dan ook bijzonder dankbaar dat dit geld op een goede manier werd aangewend door aankoop van duurzame materialen. De hoofdverpleegkundige van het ziekenhuis stond erop om ons nog een bedankingsbrief te bezorgen, voor het College van Burgemeester en Schepenen te Aalter.

dinsdag 26 maart 2013

Om jullie even te laten wegdromen...

Na het blogbericht van Anneleen wil ook ik, Jolien, mijn avonturen van de voorbije werkweek en weekend met jullie delen (voor mij begint nu al de twee weken durende paasvakantie). Ik heb vorige week helemaal niet stilgezeten en heb dus weer heel wat nieuwtjes!


Terwijl ik dit bericht aan het typen ben, zit ik met m’n laptop buiten te genieten in de schaduw (in de zon is het niet vol te houden, ik schat dat het nu om 12 uur 35 graden is.) Ik heb een prachtig uitzicht op de daken van enkele krotjes en vóór de krotjes bevindt zich onze ‘Belgische studentenkamer’. Nu zit ik hier op een verhoog onder de schaduw van de bladeren van een kokosboom. Op de achtergrond hoor ik Afrikaanse muziek, tetterende mensen in de straat en bovenal geniet ik van een heerlijke cakegeur die afkomstig is van het cakebakkerijtje hier vlakbij. Zalig!

Vorige week bracht ik door op het operatiekwartier of hier het ‘main theatre’ genoemd waar allerlei operaties uitgevoerd worden. Zelf heb ik volgende ingrepen kunnen bijwonen: debridement van diabetische voet, hydrocoele bij een 4-jarig jongetje, besnijdenis van een ander jongetje (wordt hier vanwege het moslimgeloof bij elke jongen uitgevoerd), debridement van hoofdhuid bij een meisje van 28 dagen veroorzaakt door sepsis. Omdat het niet altijd even druk is op de 'main theatre' werkte ik één voormiddag en één namiddag op de ‘maternity theatre’. Hier kon ik vier keizersnedes en één ovariawegname bijwonen.

Anneleen en ik wilden al lang eens een les bijwonen en hebben dat de eerste week van ons verblijf ook meegedeeld. Tot nu toe konden we via die persoon (hoofdverpleegkundige pediatrie) nog altijd geen goedkeuring krijgen. Tegenwoordig kijken we hier niet meer raar van op, we zijn namelijk in Afrika en hier hebben we stress nog steeds niet gezien. Omdat we immers niet konden blijven wachten, besloot ik het via de hoofdverpleegkundige van het operatiekwartier te proberen. Uiteindelijk heb ik via deze persoon de contactgegevens kunnen krijgen van de verantwoordelijke van de nurseryschool.

Samen met Anneleen gingen we vrijdagvoormiddag naar de school voor student-verpleegkundigen, vroedvrouwen en geneeskunde, die vlakbij het ziekenhuis gelegen is. Hier in Gambia duurt de opleiding verpleegkunde net zoals in België drie jaar. We konden een les samen met de vroedvrouwen bijwonen. Er waren enkele studenten die het diploma verpleegkunde reeds op zak hadden en nu dit 4de specialisatiejaar volgden zodat ze zowel verpleegkundige als vroedvrouw zijn. Volgende zaken vielen ons op:

- De klas bestond uit een kleine 40 tal studenten en iedereen zat, zoals we ook gezien hebben in het islamitisch schooltje, heel dicht bij elkaar
- De studenten droegen niet enkel hun witte verpleegkundekleren om te werken in het ziekenhuis, maar ook om de les mee te volgen
- Leerboeken waren niet aanwezig. Elke student had wel een blanco schrift bij zich dat diende om notities in te maken over de les
- Het lokaaltje was voorzien van een beamer en een groot krijtbord, voor de rest waren de muren redelijk kaal
- De lessen verliepen vrij rumoerig; wanneer de studenten bedenkingen hadden, konden ze die steeds gedurende de les luidop meedelen. Ook ontstonden tijdens het één uur durende lesje enkele keren pittige discussies tussen de leerkracht en de studenten. We vonden het allebei heel interessant om te weten hoe het er hier aan toe gaat. In april zullen we proberen om een les samen met student-verpleegkundigen bij te wonen.


Wanneer ik nadien aankwam op het operatiekwartier, bekeek ik de planning voor die dag en volgende ingrepen zag ik genoteerd: debridement van diabetische voet, wegname borstabces en ingreep t.h.v. de slokdarm bij een jongen die een chemisch product gedronken had. Uiteindelijk ging enkel de operatie van de diabetische voet door. De andere werden geannuleerd omdat de vrouw niet wist dat ze nuchter moest blijven en omdat de dokter die de operatie van de jongen zou uitvoeren, niet was komen opdagen. De namiddag was bijgevolg erg rustig waardoor ik een kijkje nam in de materniteit en zo twee kinderen heb zien geboren worden met een keizersnede. Uiteindelijk heb ik kunnen meehelpen om de eerste zorgen toe te dienen.
’s Avonds wou ik het weekend goed inzetten. We hadden afgesproken om na de lunch (rond 16 u.) het Abuko Nature Park te bezoeken. Gert-Jan vergezelde ons samen met Shanna, een Belgische student die in de City Council van Banjul werkt. Ook haar tweede mama, Fatou, bij wie ze verblijft, ging mee op uitstap. Omdat Fatou een eigen auto heeft, waren we snel en comfortabel ter plaatse. Eens aangekomen betaalden we een gids die ons door het park leidde en met wie we een wandeling van ongeveer 3 km maakten. Door de gids waren we op het einde van de avond een paar weetjes rijker. Wist je dat we in het park lianen hebben zien slingeren en gevoeld hebben aan de harde termietheuvels? Ook is het reservaat vooral bekend vanwege het grote aantal vogels dat het herbergt. Naast deze diersoorten zagen wij ook hyena’s, antilopen en nog zoveel meer. Het park deed mij denken aan de jungle gekend van de disneyfilms. We sloten de avond af met een lekker diner in Kololi, een echte toeristentrekpleister.


Zaterdag stond Brikama op het programma. Als lokale gids hadden we een buur meegenomen. Deze buur, Abubackar genaamd, heeft familie in Brikama en zou ons rondleiden. Een 30 minuten durende tocht met de bushtaxi bracht ons op de plaats van bestemming. We maakten kennis met zijn familie en vervolgens verkenden we de markt van Brikama. Deze markt is te vergelijken met deze in Banjul, een drukke plaats waar vis, vlees, groenten… te koop zijn. Ondertussen hebben we een nieuwe lekkernij ontdekt: poeder dat gebruikt wordt om water aan te lengen. Dit poeder in verschillende smaken (mango, bosbessen, sinaasappel, kokosnoot, ananas…) kreeg een plaatsje in onze rugzak.


Omdat het al behoorlijk warm begon te worden rond de middag, besloten we wat afkoeling te zoeken in het 'forest' dat we zouden bezoeken. Hoge bomen kunnen voor afkoeling zorgen, dachten we, maar die afkoeling hebben we niet gevonden aangezien het 'forest' uit verdorde bomen en struiken bestond..

Een bezoek aan de woodcraft market (houtsnijmarkt) mocht zeker niet ontbreken, aangezien Brikama hiervoor gekend staat. We konden zien hoe prachtige figuren uit houten blokken werden gehouwen. Het hoogtepunt was dat een Gambiaan een dolfijntje ontwierp uit hout, nadien gaf hij het ons als geschenk. Veel mensen probeerden ons te overtuigen om heel wat handgemaakte voorwerpen te kopen. Na wat afdingen zijn we heel wat souvenirs rijker. We keerden allemaal al liftend huiswaarts met een goed gevulde rugzak.


Ook zondag waren we al vroeg op pad. Samen met Gert-Jan, Catherine, Shanna, Terresita (de vrouw van Ecquador die hier is voor missiewerk), Mounir (de zoon van Fatou) stak ik voor de eerste maal de rivier ‘the Gambia’ over naar Barra. Dit gebeurde in een houten boot die door Gambianen zelf ineen getimmerd was. Om te verhinderen dat onze voeten/benen nat zouden worden bij het plaatsnemen in de boot, hebben de Gambianen hier iets op gevonden. Heel wat mannen stonden klaar om ons één voor één op de schouders naar de boot te brengen. Wanneer de boot volledig gevuld was met mensen (bij ons duurde dit 45 minuten), konden we vertrekken. De vrouwen en kinderen zitten in het midden van de boot. Omdat zij geen zicht hebben van wat er buiten de boot gebeurt, zorgt dit voor heel wat misselijkheid. Deze uitleg gebruikten wij om na enig aandringen en ondanks het feit dat we vrouw waren, toch aan de zijkant plaats te nemen. Nadat alle life-jackets aangetrokken waren, kwam er eindelijk beweging in de boot.

Aan de overkant van de rivier bevindt zich de stad Barra. Sarjo, iemand die in de City Council werkt, wachtte ons reeds op. Met hem bezochten we het Fort Bullen waarvoor Barra bekend is. Na wat foto’s genomen te hebben in het museum en genoten te hebben van de mooie kust met hier en daar wat baobabbomen, konden we onze tocht verder zetten. We onderhandelden met de taxichauffeurs over een goede prijs en reden toen landinwaarts langs een erg bestofte weg. James Island was ons eindpunt. Dit is een plaats die bekend staat voor de slavenhandel. Heel wat slaven werden via deze plaats naar Amerika getransporteerd.

Toen begon ons maagje alweer te knorren en werden we bij Sarja uitgenodigd voor de lunch. Als welkomstdrankje kregen we een verfrissende baobbabjuice met stukjes fruit (dit drankje smaakt een beetje naar yoghurt). Nadien konden we meegenieten van het gerechtje ‘jassa’ genaamd (dit is een Gambiaans gerechtje met rijst en vis). Meer dan voldaan gaven we de gastheer meegebrachte Belgische speculaaskoekjes als bedanking voor de gastvrijheid. Het was toen reeds 18 uur en dit betekent dat de laatste ferry naar Banjul bijna ging vertrekken. Aangezien Catherine de volgende dag terug moest les geven, keerde zij als enige terug naar Banjul. Wij zetten onze tocht verder naar Jinack Lodge waar we zouden overnachten. Deze lodge bevindt zich op Paradise Island. Echte toeristen voelden we ons wanneer we met de 4x4 doorheen het Niumi National Park reden om dit eiland te bereiken. Een onbeschrijfelijk gevoel om deze prachtige natuur rondom je te zien. Toen men vroeg waar we wilden overnachten (ofwel in tenten ofwel in een kamer), hadden we allen snel beslist. In tenten de nacht doorbrengen, daar hadden we allemaal wel zin in! Rond het kampvuur klonken we met een baobabbjuice in onze handen op een meer dan geslaagde dag!


Het geluid van de vogels en het water van het strand alsook het licht van de zonsopgang wekten ons. Klaar voor een nieuwe dag die startte met een ochtendwandelingetje aan het strand. Als ontbijt aten we tapalapi (Gambiaans stokbrood) belegd met ananasconfituur. De batterijen waren weer opgeladen en we konden weer verder het eiland verkennen. Op het eiland is er één lagere school. In deze school werden we goed ontvangen, we kregen een rondleiding en konden de les meevolgen in een klasje. Naast het schooltje bevond zich een waterput en een tuintje met allerlei soorten groentjes en fruitbomen (mango, bananen…). We maakten kennis met enkele voor ons onbekende Afrikaanse groenten/vruchten. Ook bekende groenten zoals sla, ui en tomaten waren er. Dit tuintje heeft naar ons inzien heel wat voordelen. Eerst en vooral worden de kinderen voorbereid op een leven waar ze zelf groenten kunnen kweken en daarnaast worden de groenten nog eens gebruikt om op te eten door de kinderen bij de lunch.


Samen met de kinderen waarvan de les net beëindigd was, verlieten wij het gebouwtje. De kinderen stelden ons allerlei vragen ‘What’s your name? Where are you from? …’ Het viel ons op dat er enkele kinderen waren die als rugzak een simpel plastiek zakje gebruikten. Ondertussen was het middag en het zand onder onze voeten voelden we branden ondanks dat we gesloten schoenen aan hadden. Een drankje met uitzicht op de spelende kinderen in het water deed heel veel deugd. Deze kinderen waren op zoek naar gesloten schelpen die zich onder het zand bevonden. Deze worden gekookt en zijn blijkbaar een echte lekkernij. Vreemd keken we naar elkaar toen een jongetje vóór ons kwam staan met een krab in zijn handen. Hij stak de levende verse krab die hij nog maar net zelf gevangen had, smakelijk in zijn mond! We hoorden de krab kraken in zijn mond. Nog eventjes relaxten we aan het water terwijl Gert-Jan een frisse duik nam en toen was het tijd om huiswaarts te keren.
Vandaag, dinsdag heb ik een ietwat rustigere dag gepland: dit blogbericht getypt, foto’s bekeken en gesorteerd, naar het ziekenhuis geweest om onze aankopen te overhandigen (meer info hierover in een volgend blogbericht)… 

Vele groetjes,

Jolien

zondag 24 maart 2013

Vakantietijd

Hallo bloglezers,

Het is alweer enige tijd geleden. Sinds dinsdagnamiddag is de mama van Anneleen toegekomen; de vakantie is aangebroken. Jolien werkte nog de volledige week op het operatiekwartier en heeft sinds afgelopen zaterdag ook vakantie. Omdat we beide verschillende avonturen hebben meegemaakt zullen we elk apart een blogbericht posten. Zo blijft iedereen op de hoogte van alle nieuwtjes. Onderstaande blogbericht is van Anneleen.


Maandag heb ik (Anneleen) nog één dag op het operatiekwartier gewerkt. Zoals gewoonlijk hebben we het eerste uur met onze vingers staan draaien. De dokters waren er nog niet en er waren (gelukkig) ook nog geen patiënten te bespeuren. Na veel geduld en enkele foto’s te hebben genomen kon de eerste operatie beginnen. Ik heb tijdens mijn vorige stageperiode in het UZ te Gent op het operatiekwartier gestaan, de verschillen vielen meteen op. Onder andere: de ruimte, de hygiëne, de aanpak van dokters en verpleegkundigen, het comfort en de privacy van de patiënt, enz.


Dinsdag zou ik opnieuw in het operatiekwartier staan. Jammer genoeg bleken de dokters geen zin te hebben om te komen, waardoor alle operaties waren afgelast. Daar stond ik dan... De verpleegkundigen stuurden me naar de dienst materniteit. Alles was beter dan zitten wachten en je nutteloos te voelen! Jammer genoeg was het die voormiddag heel rustig. Wel merkte ik enkele dingen op waarvan ik denk dat deze niet (of anders) gebeuren in België.





- Wanneer een vrouw binnenkomt en moet bevallen mag ze eerst nog enkele minuten (soms tot één uur) wachten voordat de verpleegkundige naar haar omkijkt. De vrouw mag dan zitten wachten op een ongemakkelijk stoeltje.
- Er is slechts één vroedvrouw aanwezig (als je geluk hebt twee). Verder waren ook drie studenten verpleegkunde aanwezig.
- Een dokter is hier niet altijd aanwezig, dit is enkel wanneer de dokter zin heeft om te komen of wanneer er complicaties optreden.
- De enige vroedvrouw mag dus vaak alles alleen doen en ze is nog eens verantwoordelijk voor een volledige dienst.
- Bij ons kan men via echografie nagaan hoeveel weken een vrouw zwanger is. Hier is geen echografie aanwezig, waardoor ze deze telling doen via een ietwat speciale methode. De breedte van de vinger staat gelijk met twee weken zwangerschap. Je legt je vingers horizontaal op de buik van de vrouw beginnend vanaf de onderkant van de buik tot aan de navel. Kan je twaalf vingers plaatsen dan komt dit overeen met 24 weken zwangerschap. Hierbij tel je nog eens het aantal vingers boven de navel tot aan het borstbeen. Heb je vier vingers dan is dit acht weken zwanger. In totaal (24 + 8) is de vrouw 32 weken zwanger. Je kan je al voorstellen dat dit al eens een aantal weken kan verschillen, naargelang de dikte van de vingers.
- Het aantal hartslagen van het ongeboren kindje wordt op een ouderwetse manier gemeten. Niet via echo of andere apparatuur, maar via een soort ‘toeter’. De ene kant wordt op de buik van de mama geplaatst, via de andere kant luister je met je oor naar de harttonen van het kind.
- Pijnmedicatie wordt hier niet gegeven (geen paracetamol of andere via infuus); epidurale verdoving evenmin.

Kortom: respect voor alle vrouwen die hier moeten bevallen, en gelukkig dat wij in België mogen bevallen!

Na deze avonturen wachtte ik mijn mama op in het hotel. Na een half uurtje kwam een bus aan met nieuwe toeristen. Jammer genoeg zat mijn mama niet op deze bus. Even dacht ik dat er iets verkeerd was gelopen. Na ongeveer nog een uurtje wachten kwam er een nieuwe bus toe. En ja hoor, Marleen zat op deze bus. De winterkleren werden snel omgeruild voor luchtige zomerkledij! Na een lange knuffel en enkele traantjes later konden we gezellig bijbabbelen.

De eerste dagen deden we het nog wat rustig aan. Marleen moest nog even bekomen van de lange vlucht en het nieuwe klimaat (vooral de warmte - 36°- was even wennen). We vertoefden aan het zwembad, speelden een spelletje, hebben een bezoekje aan het museum gebracht,...

Donderdagavond gingen we ‘Sara’ (de nachtverpleegkundige op de dienst pediatrie) bezoeken. Dit was voor Marleen de eerste kennismaking met het ziekenhuis, ze was behoorlijk onder de indruk. Kinderen hebben het soms heel moeilijk maar blijven toch nog lachen, ook de geur van het ziekenhuis en de vele kindjes die er lagen gaven onmiddellijk een beeld hoe het er in een Afrikaans ziekenhuis aan toe gaat. Natuurlijk konden we hier niet met lege handen toekomen. We namen enkele ‘cadeautjes’ mee. Van mijn tante en nonkel heb ik enkele spullen gekregen voor het ziekenhuis. De komende weken zullen de andere materialen nog verder uitgedeeld worden op andere diensten. Voorlopig hebben we ontsmettingsmiddel, handontsmetting, verbanden, pleisters,... uitgedeeld. Opnieuw waren de verpleegkundigen ‘overgelukkig’ met deze attentie. Waarvoor grote dank aan mijn tante en nonkel.


Vrijdag hebben we een bezoekje gebracht aan een plaatselijk schooltje hier in Banjul. In dit schooltje geven Gert-Jan en Catherine (onze buren) les. We kregen er een rondleiding en trokken de ogen open. Vooral bij het zien van de vele dozen met boeken die gedoneerd zijn vanuit Amerika. Drie klaslokalen worden hiermee bezet waardoor deze lokalen niet kunnen gebruikt worden om les te geven. De boeken zijn gestapeld en liggen er reeds enkele maanden. De boeken zijn dus toegekomen in Gambia maar hebben hun bestemming (andere lokale schooltjes) jammer genoeg nog steeds niet bereikt omdat de financiële middelen voor transport ontbreken. Bovendien werden de lesbanken uit deze lokalen ‘tijdelijk’ buiten geplaatst, maar na passage van het laatste regenseizoen zijn ze dermate verrot en geroest waardoor ze onbruikbaar zijn geworden. Een goed doel heeft dus niet altijd een goed einde!



Zaterdag stond een georganiseerde uitstap met het hotel op het programma. We zouden een volledige dag onderweg zijn, uiteindelijk waren we al om half vier in het hotel. De uitstap ging richting Fathala Park in Senegal. We hebben dus een mooie stempel bij in ons internationaal paspoort en hebben in het park enkele wilde dieren (giraf, neushoorn, antilopen...) en prachtige vogels gespot.


Zondag namen we de taxi richting ‘Crocodille Pool’, de Batik markt en het ‘Monkey Park’. Een ontspannende dag en een mooie afsluiter van de week.

Morgen bezoeken we de mangroves per boot en zullen we in de namiddag een bezoekje brengen aan de markt in Banjul. Hier zullen we enkele souvenirtjes kopen en de muskietennetten voor het ziekenhuis (subsidie Aalter).

Vele groetjes,

Van Anneleen en Marleen

zondag 17 maart 2013

We are still alive!

Vrijdagnamiddag stond het lang geplande bezoek aan het Health Centre op het programma. Een Health Centre kan je vergelijken met een ziekenhuis, maar dan kleiner. Hier komen onder andere vrouwen om te bevallen; onderzoeken worden hier uitgevoerd en er worden vaccinaties uitgedeeld… Een Health Centre vind je bijna in elk kleiner dorpje.



Het Health Centre dat wij bezochten, bevond zich in Tabokoto. Met behulp van het stappenplan dat een verpleegkundige van de dienst neonatologie voor ons had opgemaakt, gingen we erheen. We namen voor de eerste keer alleen een bushtaxi (dit is een busje waar ongeveer 10 tot 15 mensen in kunnen, je voelt je werkelijk als een sardien in een blik). We waren ongeveer 45 minuten onderweg. Eens aangekomen stonden we versteld van het centrum dat toch wel in goede staat is. Het gebouw is ongeveer acht jaar oud en naar onze mening zag het er vrij net uit. Wat ons direct opviel is dat het er ook zeer rustig was. Na ons te hebben voorgesteld aan een verpleegkundige die op de dienst pediatrie werkt, kregen we een rondleiding. Zij vertelde onder andere dat het in de namiddag steeds kalmer is dan in de voormiddag, zeker op het einde van de week. De drukste dagen zijn maandag en dinsdag. Toen we nog maar net binnen waren, kwam een zwangere vrouw binnen gewandeld. Na vijf minuten hoorden we opeens een baby huilen, raar maar waar: de vrouw was op die korte tijd al bevallen. Enkel een vroedvrouw (in dit geval was het een man) was verantwoordelijk voor de bevalling. Ook hier konden we vaststellen dat de patiënten zeer weinig privacy hebben. De bedden staan namelijk op een halve meter van elkaar.

Diensten die in dit Health Centre aanwezig zijn:
- Pediatrie
- Female ward
- Materniteit
- Eye clinic
- Abdominal clinic
- Vaccination room
- Pharmacy
- OPD (dienst waar je eerst terecht komt en waar je onderzocht wordt)

Vrijdagavond gingen we naar het hotel. We hadden namelijk afgesproken met het thuisfront via skype. De laatste zaken werden geregeld, materiaal dat zeker moet meegenomen worden, dingen die niet meer nodig zijn,... Nog twee dagen en de mama van Anneleen komt. Het zal een grote aanpassing voor haar worden: van 0°C naar ongeveer 35°C!


Zaterdag hadden we een uitstap gepland. We trokken met de bushtaxi en de taxi naar Kololi Beach. Hier genoten we van de zon, een drankje en een hapje. Ook een gezelschapsspelletje mocht niet ontbreken. Toen de zon achter de wolken verdween, vonden we het tijd om te gaan paardrijden. Elk hadden we een begeleider en wandelden we op het strand. Het was opnieuw even wennen aangezien het voor ons allebei al enkele jaren geleden was. Gelukkig ging alles vlot en al snel gingen we in draf en in galop. Na 40 minuten, die veel te snel voorbij waren, namen we afscheid van ons paard. Nadien trakteerden we onszelf op een portie vitaminen: een groot bord met overheerlijk vers fruit!


Na een ontspannende namiddag belden we één van de nachtverpleegkundigen waar we mee samenwerkten op de dienst pediatrie en reden we naar Kotu. ‘Sara’ had ons namelijk al een tijdje geleden uitgenodigd om bij haar te logeren. We gingen eerst nog even langs bij de apotheek waar ze ook werkt en kregen hier een korte rondleiding. Nadien stapten we naar haar huis en werden we hartelijk ontvangen. We maakten er kennis met haar familie en vrienden. Enkele vrienden vroegen ons of ze een Belgische naam konden krijgen. We gaven hen de namen Laurens, Wim en Sander. Wat een plezier hadden ze, aangezien ze de namen niet konden uitspreken! We kregen ook een drankje ('wonjo', een rode thee gemaakt van bloemen) aangeboden en nadien trakteerde de nonkel van Sara ons op een lekkere pizza. Na deze lange maar leuke dag sloten we onze ogen…
Rond 9 uur werden we wakker, we hadden fantastisch goed geslapen. Sara zorgde voor een ontbijt (brood met een eitje, aardappel en mayonaise). Nadien brachten we nog een bezoek bij één van haar beste vriendinnen, waar we opnieuw hartelijk werden ontvangen en konden proeven van de Afrikaanse keuken. Omdat er nog schoolwerk op het programma stond, vertrokken we na de lunch terug naar Banjul. Rond 16 uur begonnen we (met wat tegenzin…) aan onze taken.

Jolien probeert hier aan haar conditie te werken. Samen met Gert-Jan gaat ze regelmatig gaan joggen op het strand! Zalig om bij zonsondergang over het strand te lopen… Anneleen doet dan ondertussen een praatje met Catherine.

Morgen (maandag 18 maart) start voor ons een nieuw avontuur. Deze keer zullen we op het operatiekwartier staan. Jolien zal er een volledige week stage lopen, Anneleen slechts twee dagen. Hopelijk vallen we niet flauw van al dat bloed, maar voor ons, verpleegkundigen, zal dat (hopelijk) geen probleem zijn.

Vele groetjes,

Jolien en Anneleen

vrijdag 15 maart 2013

Het leven zoals het is: neonatologie in Gambia

Dag beste bloglezers!

We hebben vandaag een punt gezet achter onze tweede week stage op neonatologie. Ondertussen hebben we samen met de 4 weken op pediatrie al 6 weken stage achter de rug. We zitten dus al over de helft! We zijn al heel wat ervaringen rijker. Graag delen we deze met jullie, zodat we jullie een beeld kunnen geven van hoe het er hier aan toe gaat.


Het droevige nieuws zullen we eerst vermelden. Sinds 1 maart zijn er op de dienst neonatologie 20 kindjes overleden. Dit wil zeggen meer dan één kindje per dag. Waaronder ook de kleine Lore, waar we het in een vorig blogbericht over hadden…


Enkele wondzorgen die we hebben kunnen observeren, zijn: een abces ter hoogte van de pols, het hoofd en de borst (niet allemaal bij hetzelfde kind). Verder zagen we ook een infectie van de hoofdhuid veroorzaakt door een bevuild mes (zie vorig blogbericht), een spina bifida en een omphalocele (dit is een uitstulping van de darmen ter hoogte van de navel). De wondzorgen gebeuren niet zoals in België. Het kind wordt in de gang verzorgd op de schoot van de mama en er wordt geen steriele wondset gebruikt (geen steriele handschoenen, verbanden…)

De hygiëne is soms ver te zoeken. Zo is er soms geen zeep aanwezig om je handen te wassen. Handdoeken of andere doeken zijn nooit aanwezig om je handen af te drogen (ook op de dienst pediatrie was dit niet aanwezig). De handontsmetting is sinds begin deze week op, maar werd nog niet aangevuld. De verpleegkundigen mogen hier ook juwelen dragen (ringen, horloges, armbanden,...) en hebben soms lange nagels. Dit zou in België niet kunnen.

Ook het lawaai is zeker niet bevorderlijk voor het comfort van de kindjes. Zo zijn er heel wat dokters en verpleegkundigen die de afdeling al roepend binnen en buiten gaan. Ook horen we GSM’s afgaan en ook de incubatoren gaan regelmatig in alarm wat heel wat onrust teweegbrengt.

Een positief puntje aan deze zorgverlening is het feit dat deze gratis aangeboden wordt. Zo moeten de ouders niet betalen wanneer hun kind op de afdeling neonatologie of pediatrie terecht komt. Ook wanneer de mama bevalt moet ze niet betalen. Dit voor zowel pre- als postoperatieve zorgen. Wie betaalt dit dan wel? De overheid. Zo worden de patiënten gestimuleerd om naar het ziekenhuis te gaan.

In België worden er bij elk prematuur kind enkele standaardonderzoeken uitgevoerd (hersenscan gedurende de eerste drie dagen), maar hier hebben we dit nog niet gezien. De middelen zijn hier gewoonweg niet aanwezig. Omdat de middelen zo beperkt zijn, worden heel wat materialen hergebruikt (neusbrillen, infuusjes…)

Rond deze periode liggen er ongeveer 30 kindjes op de afdeling. Een verpleegkundige vertelde ons dat dit een kalme periode is in vergelijking met het regenseizoen. Dan kunnen er tot 50-60 kinderen aanwezig zijn. Tijdens het regenseizoen/malariaseizoen (van juni tot oktober) worden ook zwangere vrouwen getroffen door malaria. Dit kan leiden tot vroeggeboorte. Sommige kinderen die dan op de dienst terechtkomen wegen amper 0,5 kg. Hier zijn steeds twee verpleegkundigen voor verantwoordelijk. Net zoals op de dienst pediatrie liggen dan ook meerdere kinderen samen in een bedje. In één couveuse kunnen dan drie tot vier kindjes liggen.

Kleine Lucas weegt ondertussen al 2,2 kg. Zijn gewicht gaat geleidelijk omhoog. Hij ligt nog steeds op de dienst neonatologie. De adoptie laat nog even op zich wachten. Jolien kreeg al de kans om hem eten te geven! Wat vond ze dit leuk. Veel meer dan eten en slapen doet Lucas nog niet, een gezonde baby dus! Gelukkig kunnen we hem nog elke dag een bezoekje brengen.

Deze week zagen we een aantal verpleegkundigen (en soms ook mama’s) hun kind ondersteboven houden! Zonder enige reden... Eén verpleegkundige zei: ‘We gaan even de benen strekken bij het kindje’. Ook geven ze soms harde ‘tikken’ (bijna slaan) aan het kind. En dit terwijl het kindje rustig aan het slapen is. Misschien is dit een Gambiaanse gewoonte, we zijn er zelf nog niet aan uit.

Tijdens deze twee weken stage konden we ook kennismaken met vier Gambiaanse studenten verpleegkunde. Deze studenten kwamen echter altijd te laat! Rond 9 uur, half 10 kwamen ze eindelijk aan. En dit terwijl we om 8 uur al beginnen. Daarna gingen ze gewoon op een stoel zitten zonder eerst naar de kindjes te gaan kijken. Gedurende de volgende uren hebben ze ook niet echt veel gedaan. Geen infuus geplaatst, geen lijktooi uitgevoerd, geen baby’s gewogen,...

De mama is hier verantwoordelijk voor het eten van het kind. Borstvoeding wordt hier door elke mama gegeven. Enkel in uitzonderlijke situaties wordt dit niet gedaan. Maar wanneer de mama nog enkele dagen moet herstellen van haar bevalling en het kind op de dienst neonatologie terecht komt, dan krijgt het geen eten. Pas wanneer de mama komt, wordt (al dan niet) gestart met borstvoeding. Soms kan dit vijf dagen duren (wat ook het geval was bij Lore). Er wordt dus geen maagsonde geplaatst of flesvoeding gegeven.

Soms moet de medicatie over 20 minuten gegeven worden. In België gebruiken we hiervoor een speciale machine (sering-driver) om dit in te stellen. Hier wordt dit niet gebruikt. Men plaatst de medicatie op het cathetertje en spuit om de vijf minuten ongeveer enkele milliliters in. Dit is echter niet altijd even exact. Het kind krijgt dus op het ene moment meer medicatie dan op het andere moment.

Vandaag merkten we opeens een verbrande geur op. We dachten allebei dat één van de incubatoren het had begeven. Gelukkig was dit niet het geval. Een aantal mensen vonden het nodig om hun afval net naast het ziekenhuis te verbranden (= hun vorm van 'recyclage'). Dit leek ons niet zo gezond, zeker niet voor de kleine kindjes. Een oplossing hadden we hier niet voor, enkel de ruiten dichtdoen zodat de geur en de rook buiten bleven.

Maandag werkte Anneleen van 8 uur ’s morgens tot 8 uur ’s avonds. Jolien had gedaan om 2 uur ’s middags, dus Anneleen voelde zich wat eenzaam nadien. Op een bepaalde moment waren de twee verpleegkundigen van dienst verdwenen. Anneleen was verantwoordelijk voor 30 premature kindjes, waarvan de helft in kritieke toestand. Op dat moment kreeg Anneleen het even moeilijk....

Tot zover onze stage op de dienst neonatologie!


We kijken allebei enorm uit naar onze geplande activiteiten: zon, zee, strand en paardrijden. Meer nieuws volgt zondagavond.

Anneleen en Jolien

zondag 10 maart 2013

Een nieuwe woonst = een tweede start

Dit berichtje schrijven we vanuit onze nieuwe woonst. Ja, je leest het goed! Zaterdagnamiddag zijn we verhuisd naar een 'guesthouse' dat op 5 minuutjes van onze vroegere woning gelegen is. De grootste reden voor deze verandering is het feit dat de te oude (en dus erg ingezakte) matras bestaande uit spons, geen aangename nachtrust meer gaf en leidde tot rugproblemen bij Anneleen. Onze nieuwe woning ziet er als volgt uit: een kamer waarin een bed met degelijke matras, een tv en een klein kastje. Ook een klein badkamertje is aanwezig met lavabo, wc en douche. Dit is een kamer die te vergelijken is met een studentenkamer in België. Via Peter, een persoon die meehelpt met de stedenband Banjul-Oostende en die momenteel in Gambia verblijft, hebben we deze verhuis kunnen regelen. Onze buren, die in een gelijkaardige kamer als de onze slapen, zijn bovendien Vlaamse studenten (Gert-Jan en Catherine), die in een schooltje in Banjul les geven. We kunnen het heel goed met hen vinden en beleefden zaterdag een onvergetelijke dag. Uiteraard gaan we Sony, onze vroegere gastheer, zeker niet vergeten! Regelmatig sturen we nog een berichtje naar hem of bellen we hem eens op. We zijn hem zeker dankbaar voor de gastvrijheid gedurende de periode die we bij hem verbleven.





Zaterdag bezochten we de mangroves. De mangroves kan je vergelijken met moerassen. Er zijn vele bomen/struiken aanwezig en hun wortels bevinden zich tot diep in het water. Voor toeristen is er de mogelijkheid om deze mangroves te bezoeken. Dit kan per peddelboot of per motorboot. Met de motorboot, zoals wij deden, is het moeilijker om de smalle gangen van de mangroves te bereiken en het geeft ook meer lawaai wat vogels (o.a. pelikanen), reptielen en vissen opschrikt, maar aan de andere kant geeft het ons de mogelijkheid om een grotere afstand af te leggen. In totaal hebben we een goede vijf uur samen met een gids in de handgemaakte boot gezeten. Door het briesje merkten we echter niet op hoe sterk de zon was… Gevolg: onze lichtbruine huidskleur heeft nu een rode kleur. Wanneer het laagtij is, zijn de wortels van de bomen/struiken goed zichtbaar. Op deze wortels bevinden zich vele oesters. Spectaculair om te zien is hoe de vrouwen per boot dan naar deze wortels varen en de oesters met een machete verwijderen. Dit werk is zeker niet te onderschatten. Het zijn ook enkel vrouwen die dit werk doen. Na twee uur varen maakten we een tussenstop op een toeristische plaats. Deze plaats heet Lamin Lodge. Op dit eiland kwamen we vele blanke toeristen tegen, kochten we een drankje en aten we heerlijke ‘pancakes’. We kregen ook een rondleiding en zagen hoe de vrouwen de oesters open maakten en hoe ze deze uit de schelp verwijderden. Op het eiland waren ook 2 speciale bomen aanwezig. De stam van de ene boom was volledig beschilderd met verschillende kleuren en teksten. De gids vertelde ons dat deze boom ‘the internet tree’ heet. Waarom juist weten we niet. Het is niet dat de boom voor internet kan zorgen… In de andere boom kon je een olifant herkennen.




Wanneer we terug aan land waren, gingen we naar ons huisje om onze spullen in te pakken. Heel lang duurde dit niet want meer dan de helft zat nog steeds in onze valiezen. Daarna belden we een taxi om ons en onze spullen naar ons nieuwe huisje te brengen. ’s Avonds kregen we kip met frietjes, de andere Belgische studenten kregen spaghetti. Omdat ze niet zoveel honger hadden en dus nog wat eten over hadden, hebben wij (redelijk uitgehongerd) hun bord ook leeggegeten… Nu krijgen we drie keer per dag eten: ’s ochtends een broodje met beleg, ’s middags rijst met vlees of vis en ’s avonds nog eens een warme maaltijd. We moeten dus niet meer zelf op zoek naar eten en we moeten onze magen niet meer vullen met koekjes of chips. Deze nacht brachten we voor het eerst door in onze nieuwe kamer en we hebben er beide beter geslapen. We kunnen wel zeggen dat we een tweede keer gearriveerd zijn! Er valt opnieuw zoveel nieuws te ontdekken. We zullen nu een andere kant van Banjul beter leren kennen.

Enkele weken geleden maakten we kennis met Karl en Carine. We zagen hen als een tweede mama en papa. We zijn hen zeker nog niet vergeten! De kleine Lucas voelde zich nogal eenzaam, daarom hebben we een ander prematuur kindje ook een Belgische naam gegeven. We noemden het meisje Lore. Deze twee kleine kapoenen liggen ons nauw aan het hart en we zien hen dan ook als een kleine broer en zus. Buiten deze vier mensen hebben we ook kennis gemaakt met ‘oma’ en ‘opa’. Oma is 70 jaar en opa is 80 jaar. Het is hun vierde jaar dat ze naar Gambia komen. Verder dan het hotel gaan ze niet en ze genieten van hun dagen aan het zwembad. We hebben wat gepraat en toonden hen wat foto’s vanop onze laptop. Dit vonden ze fantastisch! Ze trakteerden ons op een paar drankjes en we mochten ook hun warme douche op hun kamer gebruiken. Dit vonden wij dan weer fantastisch!

Morgen starten we een nieuwe werkweek. Dit is onze tweede week op de dienst neonatologie of onze zesde stageweek in Gambia. We kunnen het zelf niet geloven dat de tijd hier zo snel gaat! Er is hier nog zoveel te zien en te beleven en bijna de helft van ons verblijf is hier al voorbij! We zullen hier ongetwijfeld tijd te kort hebben. Jolien zal een volledige week (van maandag tot vrijdag) werken van 8.00 uur tot 14.00 uur. Anneleen zal op maandag, dinsdag en woensdag werken van 8.00 uur tot 20.00 uur, omdat ze nog enkele uren van een vorige stageperiode moet inhalen.

Voor de mensen die het graag willen weten… de temperatuur stijgt hier elke dag een beetje meer. Het is hier tussen 34° en 36° warm. We willen jullie zeker niet jaloers maken...

It’s nice to be nice,

Jolien en Anneleen

woensdag 6 maart 2013

Emergency on neonatology

Deze maand startten we op de dienst neonatologie, hier zullen we gedurende 2 weken stage doen. Dit maakten we al mee op 3 dagen tijd...


Maandag 4 maart was onze eerste dag. We hadden allebei nog nooit op deze dienst gestaan, dus wisten we niet goed wat we hier konden verwachten. Uiteraard brachten we op voorhand een bezoekje aan deze dienst zodat we toch enigszins wisten hoe het eruitzag. Maandag was het uiteindelijk een rustige dag. We maakten kennis met deze dienst, leerden de verpleegkundigen en de prematuurtjes kennen en dienden medicatie toe. Ook hier wordt de medicatie rechtstreeks in de ader ingespoten. Gelukkig zijn het hier kleine hoeveelheden en is het kindje vaak aan het slapen wanneer je dit toedient. Onze oren doen alleszins al minder pijn...

De tweede dag (dinsdag 5 maart) was volledig anders. Net aangekomen op de dienst, riep een verpleegkundige ons om hulp. Er werd net een prematuur kindje overgebracht van de dienst materniteit. Het kindje ademde echter niet meer... Met de weinige materialen werden we beiden verantwoordelijk gesteld voor dit kind. Jolien zorgde voor extra zuurstof via een ambu-masker, Anneleen zorgde voor warmte (via dekens en een warmtebron boven het kind). Beiden dachten we dat het slecht ging aflopen, maar... het kindje heeft het gehaald! Wat waren we hier blij mee. Het meisje bleef op de dienst neonatologie en tijdens onze dienst gingen we regelmatig kijken bij het kindje of alles nog wel in orde was. Met een bang hart gingen we de volgende dag werken. Wonder boven wonder stelt het meisje het naar Gambiaanse normen heel goed.


Na de middag vroegen we aan de verpleegkundige op de dienst of de moeder haar kindje al gezien had en of ze eigenlijk wel wist dat het nog leefde. De verpleegkundige vertelde ons dat de moeder niet bij bewustzijn was, maar dat ze wel wist dat haar kind nog leefde. De volgende dag echter, toen we aan dezelfde verpleegkundige vroegen of de moeder al was langs gekomen om haar kind te zien, vertelde ze ons dat ze nog steeds niet geweest was. Samen met de verpleegkundige gingen we naar de dienst materniteit – gyneacologie waar de moeder was opgenomen. Eén dag na de bevalling bleek ze al naar huis te zijn en dacht ze dat haar kindje toch was overleden! We belden haar op en vele misverstanden later werd de moeder bij haar kind gebracht. De moeder startte echter niet met het geven van borstvoeding, wat we beiden heel verontrustend vonden, aangezien het kind enkel nog maar vloeistof had gekregen via een infuus. Toen we dit meldden aan de verpleegkundige, vertelde ze ons dat de moeder wel weet dat ze borstvoeding moet starten, maar dat ze het gewoon niet deed. Hopelijk krijgt het kindje toch snel eten...

We vernamen deze week dat de kleine Lucas zal geadopteerd worden door één van de dokters die op de dienst neonatologie werkt! Wat waren we blij toen we dit hoorden. Lucas zal terechtkomen bij een vrouw die gepassioneerd is door haar werk, veel van kinderen houdt én het financieel ook aankan om voor een kind te zorgen. Kortom, Lucas zal binnenkort een nieuwe thuis hebben. Woensdag gaven we ook 3 mutsjes aan 3 kinderen die hypotherm zijn. Wat waren de mama’s van de kindjes hier blij mee! De mutsjes pasten perfect. Toen Anneleen vertelde dat deze handgemaakt zijn door haar mama vond iedereen dit fantastisch. Met iets kleins maak je de mensen effectief heel blij!

De afgelopen dagen zagen we ook nog enkele verzorgingen van wonden. Deze wondzorg kan je niet vergelijken met die in België. Er is een ‘steriele set’ aanwezig, maar deze is in een vuile doek gewikkeld, wat de set volgens ons onsteriel maakt. De instrumenten zijn reeds verroest en één set wordt gebruikt voor meerdere kinderen... We verschieten er zelf van dat deze wonden genezen en niet erger worden! Één van de wonden was een schedelwonde. Een kindje was enkele ‘stukken’ huid kwijt van zijn hoofdje. Toen we vroegen hoe dit kwam, bleek dit door een infectie te komen. De infectie is als volgt ontstaan: wanneer een kindje wordt geboren geven de ouders voor familie en vrienden 7 dagen na de geboorte een ‘naamgevingsfeest’. Op dit feest wordt het haar van het kindje afgedaan. Dit wordt niet met een schaar of tondeuse gedaan, maar vaak met een speciaal mes. Bij dit kind was het mes echter vuil en heeft men te veel haar willen wegdoen, waardoor ook wat vel is meegekomen. Bijgevolg heeft het kindje een infectie opgelopen. Nadien zijn de ouders niet onmiddellijk naar het ziekenhuis gegaan, waardoor de infectie steeds erger werd. Gelukkig is het nu al wat beter met de wonden.

Verder woonden we ook een ‘health education’ les bij. Die werd door een nutritieverpleegkundige gegeven aan ouders van kinderen die vroeger met malnutritie (ondervoeding) in het ziekenhuis lagen. Alle kinderen worden eerst gewogen, nadien worden nog enkele kinderen gemeten. Daarna legde de verpleegkundige uit wat de kinderen mogen eten, hoe de ouders moeten omgaan met hygiëne bij het bereiden van voedingen, wat ze moeten doen wanneer hun kind ziek wordt of diarree heeft,... Nadien kregen de ouders nog speciale voeding mee. Deze voedingen bevatten extra calorieën. Één van de voedingen zit in een zakje (100 gram) en heeft een pindanotensmaak (zelf uitgetest) en bevat 500 kcal. Hierna kregen de ouders een papiertje mee dat ze na 14 dagen opnieuw moeten komen.

Vandaag is er jammer genoeg (opnieuw) een kindje overleden. Het kindje was al de hele ochtend niet zo goed. Tijdens de voormiddag keek bijna niemand naar dit kind om. Pas toen de toestand echt kritiek werd, schoot men in actie. We vonden het allebei heel erg dat pas dan naar het kind werd omgekeken. Uiteindelijk hebben we nog geprobeerd om het kindje te redden, maar het mocht jammer genoeg niet zijn. Het jongetje was 5 dagen oud, was geboren na 26 weken zwangerschap en woog slechts 1,05 kilogram. Toen het gestorven was, keek niemand meer naar het kind. Omdat het kindje ook nog eens op hetzelfde matrasje lag als een levend kind, kon Anneleen het niet langer aanzien. Ze verwijderde alle sondes, catherers, pleisters,... Met wat watjes heeft ze het kind nog een beetje proberen te wassen omdat het behoorlijk onder bloed zat. Daarna wikkelde ze het kindje in een doek en bracht het kind naar een andere plaats.

Zo zie je maar, op neonatologie is geen enkele dag hetzelfde!

Volgens Jolien zit Anneleen voorop met het eindwerk. Daarom heeft Anneleen gisteren de handwas gedaan zodat Jolien enkele uren kon verder werken met haar eindwerk. We vormen een goed team ;)

Jolien & Anneleen

maandag 4 maart 2013

Dierenplezier op zondag

Op zondag 3 maart maakten we onze eerste uitstap, en wat hebben we hiervan genoten! We vonden het allebei wel eens tijd om Gambia te verkennen en buiten de straten van Banjul te lopen.

-          Blitsbezoek aan een islamitisch schooltje

Toen we plots kinderen in koor een tekst hoorden opzeggen, vroegen we aan de gids waar dit geluid vandaan kwam. Hij vertelde ons dat deze kinderen, ook al was het zondag, toch in school verwacht werden. Omdat we hier toch voorbij liepen, was het ideaal om eventjes binnen te springen. Het was net zoals we het ons hadden voorgesteld (een overvolle klas!). De klas bestond uit ongeveer 30 kinderen van 6 tot 9 jaar die met 4 op een bankje zaten. Hiernaast was nog een ander ‘lokaaltje’ voor de oudere kinderen, deze groep was iets kleiner. Vooraan hing een bord waarop met krijt Arabische tekens geschreven waren. Tijdens het lesmoment waren de ogen van alle kinderen een poos op ons, blanke toeristen, gericht. Nadien vroeg de verantwoordelijke van het klasje of we een donatie wilden doen. Dit deden we met plezier! Er werd ons gevraagd onze naam, land van afkomst en het gedoneerde bedrag in een boek te noteren. Het was een tof extra bezoekje.

-          1ste punt op de agenda: ‘The Crocodile Pool’


Dit is niet meer dan een grote vijver met daarin behoorlijk wat krokodillen. Langs de kant van de vijver lagen er ongeveer 30 te zonnebaden, in het water zouden er nog eens een 70-tal zitten. Hier wil je zeker niet invallen! Men had ons gewaarschuwd dat men je in het park aanspoort om de krokodillen aan te raken en dat je niets kan overkomen. Jolien raakte uiteindelijk een krokodil aan onder toezicht van een gids. Anneleen bekeek het eerder vanop een veilige afstand...

Er was ook nog een klein museum. Dit kon je vergelijken met 4 hutjes (niet van stro maar van degelijk materiaal) die met elkaar verbonden waren. In het ene hutje ging het over muziek, in het andere over de oorsprong van Gambia.

-          2de punt op de agenda: de Batikmarkt

We hadden hier eerder al foto’s van gezien, maar éénmaal aangekomen was het precies kleiner dan we verwacht hadden. Op deze plaats maken de mensen handgemaakte doeken en stoffen voor kleren of portretten. We mochten ook meehelpen met het maken van een doek. Wanneer je linkshandig bent, ben je volgens de Gambianen een kunstenaar. Misschien is er toch nog een andere toekomst voor Anneleen weggelegd. Jolien kreeg een prachtig paars-blauwe stof over haar hoofd. Deze kleuren worden vooral gebruikt bij een vrouw die gaat trouwen. Jolien was dus de bruid in spé!



-          3de punt op de agenda: de markt van Serrekunda

Hier loop je het best nooit alleen rond; je kan er alleen maar verdwalen! Gelukkig wist onze gids de weg en zijn we veilig uit de markt geraakt. Deze markt kan je vergelijken met de markt in Banjul: groot, vuil, behoorlijk wat geurhinder en erg warm...


-         4de punt op de agenda: ‘The Monkey Park’

Dit is gelegen in Kololi, een dorpje op een 20 à 30-tal minuten rijden met de 'bushtaxi' vanuit Banjul. Het park is behoorlijk groot en je vindt er uiteraard apen terug (1 soort). Ook vind je er een prachtig stukje natuur. Het park heeft namelijk heel wat oude bomen en op de achtergrond hoor je de zee. Kortom, een oase van rust (als de apen niet op jou springen natuurlijk).

-           5de punt op de agenda: ‘Voodoo’

Waar de naam vandaan komt weten we zelf niet, maar het heeft alleszins niets met de plek zelf te maken. Dit restaurant – barretje ligt vlakbij de zee. Je kan er overheerlijk eten of gewoon iets drinken. Bovendien kan je ook nog eens gratis gebruik maken van de strandstoelen. Met het prachtige uitzicht van de zee recht voor je. Hier hebben we even onze ogen toegedaan en iets gegeten. Verder kan je er ook paardrijden. Wanneer we nog eens naar Voodoo gaan, zullen we waarschijnlijk een korte trip maken op het strand te paard. Verder is dit stadje volledig anders dan Banjul. Er bevinden zich een aantal hotels vlakbij wat dus voor veel meer toeristen zorgt. We kregen even een vakantiegevoel...

Als afsluiter van de dag maakten we nog een strandwandeling met de zon die stilaan onderging. Met deze ontspannende dag sloten we onze eerste maand in Gambia af.

En voor diegenen die graag willen weten wat deze daguitstap ons gekost heeft: elk zo’n kleine 600 dalasi of 15 euro.
Met dit geld hebben we
- de bushtaxi (Banjul – Bakau, Bakau – Serrekunda, Serrekunda – Kololi, Kololi – Banjul) genomen
- de ingang voor de krokodillen en de apen betaald
- ontbijt, water, middageten en een drankje (+ traktatie voor onze gids) gekocht
- overheerlijk fruit (kokosnoot, mandarijnen, bananen, mango en ananas) gekocht

Steeds warmer wordende groetjes,

Jolien en Anneleen

vrijdag 1 maart 2013

Blije gezichten op pediatrie

Het is ondertussen meer dan 1 maand geleden dat we aankwamen in Banjul, en wat is de tijd voorbij gevlogen! Op 4 februari startten we onze stage op de dienst pediatrie, ondertussen zitten deze 4 weken stage er zo goed als op. Vooral de laatste 2 weken (waarbij we de ene week 12 uur per dag werkten en de andere week de nachtdienst deden) zijn voorbij gevlogen.

Graag geven we jullie enkele interessante weetjes mee i.v.m. het ziekenhuis waar we stage lopen:

Onze 4 weken stage op de dienst pediatrie zijn reeds gepasseerd, de komende 2 weken zullen we stage lopen op de dienst neonatologie.
In de maand februari zijn 15 kindjes overleden op de dienst pediatrie waar wij gewerkt hebben.
Zowel van de verpleegkundigen waar we mee samen werkten als van sommige dokters kregen we positieve en lovende feedback.
Rond deze tijd van het jaar liggen er elke dag ongeveer 20 tot 25 kindjes op de dienst pediatrie. Tijdens elke ‘shift’ zijn 2 verpleegkundigen hier verantwoordelijk voor.
In de maanden juni tot oktober (tijdens het malariaseizoen) kan het aantal kinderen oplopen tot 70; hetzelfde aantal verpleegkundigen moet hiervoor zorgen.
Mama’s slapen ‘s nachts in hetzelfde bed van hun kind. Soms gebeurt het dat hier nog een broertje/zusje van het zieke kind bij slaapt wat maakt dat een mama met haar twee kinderen in éénzelfde bed slapen.
Het gebeurt hier dagelijks dat we medicatie willen geven maar dat deze niet beschikbaar is. Dit is jammer voor het kind want de medicatie wordt dan gewoon niet gegeven.
Tijdens deze weken hebben we geen enkele ‘tut’ of fopspeen gezien bij een kind.
De verpleegkundigen behouden gedurende 1 maand dezelfde uren.
Tijdens de nachtdienst blijven de lichten aan en is er redelijk wat lawaai in de slaapzaal, wat volgens ons niet bevorderlijk is voor de (nacht)rust van het zieke kind.
De mama’s moeten hier behoorlijk veel doen: zelf hun kinderen wassen, zelf eten geven, zelf voor nieuwe lakens zorgen en elke dag bij hun kind blijven (24 uur op 24, 7 dagen op 7).
Elke verpleegkundige komt bijna altijd te laat om te werken; wij waren de enigen die elke dag op tijd waren.
Op de afdeling loopt heel wat ongedierte rond. Vooral ’s nachts zijn heel wat muggen, mieren … actief.
De meest voorkomende ziektes op de dienst zijn malaria, ondervoeding en meningitis. Meningitis, dat dodelijk is, komt veel voor omdat de kinderen in Gambia er niet tegen gevaccineerd worden.
We hebben volgende zaken al zelf kunnen uitoefenen of geobserveerd:
  • Maagsonde plaatsen
  • Verblijfsonde plaatsen
  • Intramusculaire inspuitingen geven
  • Intraveneuze medicatie toedienen
  • Parametercontrole
  • Bloedtransfusies en -afnames
  • Nieuw infuus plaatsen
  • Pericard-drainage zonder verdoving


Op de volledige dienst is er maar één lavabo beschikbaar en deze wordt door zowel verpleegkundigen als moeders gebruikt.
We deelden reeds enkele aangekochte materialen van de benefiet uit, o.a. Flamigel, Paracetamol, een bloeddrukmeter en een koortsthermometer. Verder deelden we ook ballonnen uit, balpennen, kleefpleisters, tandpasta en tandenborstels. De staaltjes tandpasta en tandenborstels kregen we via sponsors in België.




Tijdens onze nachtdienst van donderdag op vrijdag deelden we bovenvermelde materialen uit. Wat waren de nachtverpleegkundigen hier blij mee! Een verpleegkundige belde zelfs direct de hoofdverpleegkundige op om te zeggen wat de dienst van ons had gekregen. Ze vroeg ons ook of dit allemaal niet teveel geld had gekost. Toen we zeiden dat we een benefiet hadden georganiseerd om geld in te zamelen voor het ziekenhuis, glunderde ze van geluk. Ze kon dit bijna niet geloven. De nachtverpleegkundige stelde zelfs voor om de tandenborstels ook aan collega’s uit te delen, zodat deze voor hun kinderen kunnen gebruikt worden. Ook de mama’s en de kinderen waren in de wolken met de cadeautjes. Sommige mama’s waren zelfs ‘overenthousiast’. Ze wilden namelijk ook cadeautjes voor hun andere kinderen, die niet opgenomen zijn in het ziekenhuis. Dit hadden we beiden wel verwacht. De mensen zijn hier gelukkig met weinig, maar als je iets uitdeelt willen ze steeds meer. Onze avond was uiteindelijk meer dan geslaagd!


We hadden ook nog ballonnen mee. Deze gebruikten we om de dienst wat op te fleuren. De kinderen zagen ’s ochtends de ballonnen hangen en er verscheen onmiddellijk een glimlach op hun gezicht.
Via de gemeente Aalter kunnen we (hopelijk) een subsidie ontvangen om extra materialen aan te kopen, zoals een personenweegschaal, een saturatiemeter, een glycemiemeter en nieuwe muskietennetten voor ongeveer 30 bedden.

De nachtverpleegkundigen kregen van ons een Belgische naam: Lamin werd Dirk, Fatou werd Sara. Samen vormen we een goed team. We kunnen het zelfs zo goed met elkaar vinden dat Fatou ons uitnodigde om volgend weekend bij haar thuis te komen. We mogen zaterdagavond naar Kololi en blijven dan bij haar slapen. We zullen haar familie ontmoeten, iets drinken en eten en misschien ’s avonds een stapje in de wereld gaan zetten. Buiten deze uitnodiging nodigde een moeder van één van de patiënten ons ook uit. Wanneer het zieke meisje het ziekenhuis mag verlaten, mogen we bij hen thuis eens op bezoek komen.

Op de dienst neonatologie ligt een kindje dat in de steek is gelaten door zijn mama. Wanneer de mama voor het eerst aankwam in het ziekenhuis en met haar kind naar de dienst neo ging, zei ze tegen de verpleegkundigen dat ze direct zou terugkomen. Ze moest namelijk nog naar de winkel. De moeder kwam echter nooit terug… Het jongetje had nog geen naam gekregen, maar ondertussen heeft Anneleen hier voor gezorgd. De kleine uk kreeg de naam ‘Lucas’. We zijn beide verzot op dit kindje en proberen hem elke dag een bezoekje te brengen. Volgens ons heeft hij namelijk evenveel recht op liefde en warmte.



Ons eindwerk gaat beetje bij beetje vooruit, maar jammer genoeg is er nog redelijk wat werk aan. Omdat we hier nu reeds een goede maand zijn en we nog niet zoveel andere dorpjes gezien hebben of uitstappen gedaan hebben, hebben we zondag (3 maart) een leuke uitstap gepland. Samen met Seedy (een aanbevolen vriend van 2 meisjes uit België die hier vorig jaar stage liepen), gaan we naar de ‘Crocodile Pool’, de markt van Serrekunda en de 'Monkey Place’. We kijken hier ontzettend naar uit!

Vele groetjes uit Gambia!

Jolien & Anneleen